De eerste zondag

Jij was al geboren en ik voedde jou nog
En toen was de pastoor overleden
En de priester die de afscheidsdienst deed
Dat was een huisvriend van ons
Kwam al jaren bij ons over de vloer
Zo ook vandaag om met ons naar de kerk te gaan
Ik had gevraagd of ik een beschuitje mocht eten
Mocht ik niet
Ik had al om vijf uur afgekolfd
Want jij zou naar de buurvrouw gaan
Maar je moest wel twee voedingen hebben
Dus ik had jou gewassen
Gevoed
Voeding afgekolfd
Tien uur weer gevoed en afgekolfd
En ik had jou naar de buurvrouw gebracht
De andere kinderen allemaal in bad gedaan
Nog niet ontbeten
Niks gegeten of gedronken
De mis begon om elf uur
En daarna was de begrafenis
Voor de communie mag je niet eten en drinken
Ik had gevraagd om een beschuitje
Kopje thee
Mocht niet
Ik nuchter naar de mis
Na de dienst zou hij bij mij koffie komen drinken
En ik was boterhammen aan het klaarmaken
Ook voor hem
Ik dacht
Die heeft vast honger
Ik klapte zelf van de honger
Ik zet die boterhammen voor zijn neus
Met alle liefde klaargemaakt
Zegt ie
Nee hoor
Dank je
Ik zeg
Je zal toch zeker wel honger hebben
Je hebt nog niks gegeten
Ik heb een bord pap gegeten
Ik zeg
….
Ik zeg
….
Jij hebt een bord pap gegeten?
Ja zegt ie
Ik heb een beetje suiker
Ik zeg
Sinds wanneer heb jij suiker?
Had ik nog nooit gehoord dat hij suiker had
En ik heb zo lang - ?
En ik mocht geen beschuitje en geen kop thee van je?
….
En ik werd zo driftig
En ik zeg
D’r uit en je komt er nooit meer in
Ik zie ‘m hier nog weggaan
Op zijn fiets
Die is d’r nooit meer ingekomen
Ik was zo ont-zet-tend kwaad
Ik stak een sigaret op en ik zette de radio aan
Dat was de VARA
Daar had ik nog nooit naar geluisterd
Dat was in mijn beleving zwaar doodzonde
De VARA dat was heidens
Ik dacht
Nou ga ik potdomme eens lekker naar die VARA luisteren
En dan die sigaret
Op de dag dat de pastoor begraven was
Ik was zwaar in opstand
Er was een programma op van de NVSH 
En die hadden het over de pil
Daar had ik nog nooit van gehoord
Het was zo handig en zo clean en zo zus en zo weet ik wat
Ik heb zo (…) zitten luisteren
Mijn mond viel open
Ik kreeg allemaal visioenen
Ik zou werk zoeken
En niet iedere maand die onzekerheid of je zwanger was
En ik dacht
Ik ga morgen naar de dokter
Ik vond het prachtig
De hele dag bedacht ik hoe ik het pappa zou vertellen
En ik was allemaal gezellige dingen voor hem aan het doen
Ja, dat merkte ik gewoon
Dat ik hem aan het verwennen was
Lekker eten koken en een heertje bij de koffie
De hele dag was ik ermee bezig
En toen ’s avonds
Pappa zit de krant te lezen 
En ik wil het steeds maar zeggen 
Maar ik durf niet goed
Het is inmiddels half tien 
En om tien uur moet ik jou weer voeden 
Dus ik zeg
Nou, je moet eens even luisteren naar me want ik wou de pil gaan halen bij de dokter en dan gaan werken maar dan kan ik natuurlijk nooit meer naar de kerk want dan leef ik in doodzonde.
En ik houd mijn adem in
En pappa kijkt op van zijn krant en zegt 
Nou jij durft
En leest gewoon verder
Ik denk 
Nou, hij heeft niet gezegd
Ik wil het niet hebben
De volgende ochtend kwam mevrouw Kroon
Onze hulp
En ik zeg
Ik ga naar de dokter om de pil te halen 
Dus dan kom ik nooit meer in de kerk
Ik denk
Ik zeg het maar tegen haar 
Want het hele dorp weet natuurlijk meteen 
Dat ik nooit meer in de kerk kom 
En toen zegt ze
Zou u dat nou wel doen? 
Doe dat nou toch niet
Dat kan toch niet goed zijn
En ik dacht
Acherm! 
Dat mens
Goeie roomse ziel
Vreselijk vond ze het
Dus ik naar de dokter
Ik kom binnen
Ik plof neer
Ik ben op van de zenuwen
De dokter zegt
Wat heeft ú?
Ik zeg
Ik zit hier en ik ga niet weg voordat ik een pil heb
U heeft een apotheek hier en ik wil een pil hebben
Hij was helemaal sprakeloos
Als enige dokter van het dorp had hij de katholieke kerk moeten beloven dat hij katholieken volgens de katholieke moraal zou behandelen
Aan deze roomse vrouw een pil geven was niet in overeenstemming met die belofte
Hij ging eerst mijn bloeddruk meten
En omslachtig allerlei onderzoeken doen
En hij begon over een impresario
Maar ik wil geen impresario
Ik wist niet eens wat dat was
Ik wil de pil, zeg ik
Ik zeg
Ik heb vijf dochters
Ik vind het genoeg
Ik wil gewoon gaan werken
Ik weet niet hoe het gekomen is maar hij gaf ze me
Hij zei nog
De eerste maand in onthouding leven
Want zo’n pil werkt niet onmiddellijk
Je moet een maand wachten
Ik dacht nog
Een maand, een maand
Dat is helemaal niks op een heel mensenleven de pil
En ik weet nog goed
Ik ben heel hard naar huis gefietst
En ik neem de bocht hier voor het huis
En ik maak een enorme zwieper
We hadden daar van die rozerode flagstones 
En op het hoekje was zo’n paaltje
Kan je je dat nog herinneren
Voordat je het grind inkwam?
Stond zo’n klein rond paaltje
En ik was zo enthousiast met mijn drie pakkies pillen voor drie maanden
Dat ik zo die bocht nam en 
Zo wammes
Lag ik in de duinroos
God straft onmiddellijk
Dacht ik 
Maar ik was zielsgelukkig
Nou, die eerste zondag daarop hè
Pappa ging gewoon naar de kerk
Want hij nam die pil niet
Hij leefde niet in doodzonde
Ik ging die eerste zondag weg met jou in de bolderwagen
En dat ik daarachter bij de buurvrouw de duinen inging
En dat ik me gewoon verbeeldde
Dat alle bomen
En niet omdat het zonlicht erop scheen
Maar dat die bomen gewoon van zichzelf een beetje licht gaven
En dat ik wist dat dat een teken was
Dat het goed was

© 2009, Gijsje Kooter 

Voor meer teksten ga naar toneelwerk